Bepalen dropzone

Regel 16.1b geeft duidelijkheid (mits de bal in het algemene gebied ligt) over de plaats waar de vrije drop moet worden genomen.


De speler mag zijn oorspronkelijke bal of een andere bal droppen in een dropzone die bepaald wordt door (zie tekening):

  • het dichtstbijzijnde punt zonder enige belemmering (= referentiepunt) te bepalen in het algemene gebied
  • één clublengte vanaf dit referentiepunt, maar niet dichter bij de hole en met volledige ontwijking van de abnormale baanomstandigheid.


Indien de speler niet het dichtstbijzijnde punt (ten opzichte van waar de bal in de abnormale baanomstandigheid lag) kiest, maar een punt “wat hem/haar goed uitkomt”, dan speelt de speler van de verkeerde plaats. De speler krijgt dan, volgens regel 14.7, de algemene straf (2 strafslagen of verlies van de hole).