Plaatselijke regels

Vastgesteld 25 oktober 2022

Vanaf 1 november tot uiterlijk 1 april mogen clubs van de NGF een tijdelijke plaatselijke regel hanteren, de zogenaamde Winterregel, die het plaatsen en schoonmaken van de bal toestaat. Deze tijdelijke lokale regel is als volgt geformuleerd:

Tijdelijke plaatselijke regel: 

"Als de bal in het algemene gebied gemaaid op fairwayhoogte of lager ligt, mag de speler éénmaal een bal plaatsen op een plek naar keuze binnen de lengte van een scorekaart, maar niet dichter bij de hole. De procedures voor het terugplaatsen van de bal staat beschreven in regel R14.2b(2) en R14.2e. De bal mag dan voor het plaatsen worden schoongemaakt."

1.   Buiten de baan (Out of Bounds)
Het gebied 'buiten de baan' (Out of Bounds) wordt aangegeven door witte markeringen (witte palen e/o palen met een witte kop). Op hole 18 wordt de grens aan de linkerzijde (tussen looppad en baan) tevens aangegeven en bepaald door het hekwerk waarbij het net als vast onderdeel van die grens dient te worden beschouwd.

2.   Grond in bewerking
Grond in bewerking (GUR) wordt aangegeven door blauwe palen (en/of blauwe lijnen). Alle GUR is een verboden speelzone (zie Definities, Regel 2.4). Het is verplicht deze verboden speelzone te ontwijken volgens Regel 16.1f.

3.   Paden
Alle wegen en paden op de baan, ook als deze niet kunstmatig zijn verhard, worden beschouwd als vaste obstakels waarvan ontwijken zonder straf is toegestaan volgens Regel 16.1.

4.   Schade t.g.v. engerlingen
In het algemeen gebied zijn gebieden waar schade is veroorzaakt door dieren (b.v. vogels) op zoek naar larven, engerlingen en dergelijke, alsmede gerepareerde schade, grond in bewerking waarvan ontwijken is toegestaan volgens Regel 16.1b. Er is echter geen sprake van een belemmering als de schade alleen een belemmering vormt voor de stand van de speler.

5.   Bescherming van jonge aanplant/jonge bomen
De jonge aanplant (gemarkeerd door een blauw lintje) of aangepaalde bomen inclusief de boomspiegel vormen een verboden speelzone.

  • Als de bal van een speler ergens op de baan, maar niet in een hindernis ligt en deze bal ligt tegen een dergelijke boom, of op de boomspiegel van een dergelijke boom of een dergelijke boom vormt een belemmering voor de stand van de speler of de ruimte voor de voorgenomen swing, dan moet de speler de belemmering ontwijken volgens Regel 16.1f.
  • Als de bal in een hindernis ligt en een dergelijke boom vormt een belemmering voor de stand van de speler of de ruimte voor de voorgenomen swing, dan moet de speler de belemmering ontwijken ofwel met een strafslag volgens Regel 17.1e(1) ofwel zonder strafslag volgens Regel 17.1e(2).

6.   Alternatief voor slag en afstand als een bal verloren is, of buiten de baan ligt


LET OP:  Deze plaatselijke Regel nr. 6 is NIET van toepassing bij officiële (club)wedstrijden, zoals (Club)kampioenschappen, Maandmedal wedstrijden en NGF-competitie wedstrijden.



Als de bal van een speler niet is gevonden of het is bekend of praktisch zeker dat deze buiten de baan is, dan mag de speler, in plaats van handelen volgens het principe van slag en afstand, handelen als volgt:
De speler mag met twee strafslagen de oorspronkelijke bal of een andere bal droppen in de dropzone (zie Regel 14.3) die bepaald wordt door twee bij benadering vastgestelde referentiepunten:

  1. Bal-referentiepunt: het punt waar de oorspronkelijke bal vermoedelijk:
    • Tot stilstand is gekomen op de baan, of
    • Het laatst de grens van de baan heeft gekruist om buiten de baan te gaan.
  2. Fairway-referentiepunt: het punt op de fairway van de hole die wordt gespeeld dat het dichtst bij het bal-referentiepunt is, maar niet dichter bij de hole dan het bal-referentiepunt.

Voor het toepassen van deze plaatselijke regel betekent “fairway” elk grasgebied in het algemene gebied dat is gemaaid op fairwayhoogte of lager.
Als de bal vermoedelijk verloren is op de baan of het laatst de grens van de baan heeft gekruist voor het begin van de fairway, dan kan het fairway-referentiepunt een pad met gras zijn, gemaaid op fairwayhoogte of lager, of een afslaglocatie van de hole die wordt gespeeld.

Afmeting van de dropzone gebaseerd op de twee referentiepunten. Overal tussen:

  • een lijn vanaf de hole door het bal-referentiepunt voor de bal (en binnen twee clublengten aan de buitenkant van die lijn), en
  • een lijn vanaf de hole door het fairway-referentiepunt (en binnen twee clublengten aan de fairwaykant van de lijn).

Maar met de volgende beperkingen voor de plaats van de dropzone:

  • deze moet in het algemene gebied zijn, en
  • deze mag niet dichter bij de hole zijn dan het referentiepunt.


Als de speler een bal in het spel heeft gebracht volgens deze plaatselijke regel:

  • Dan is de oorspronkelijke bal, die verloren of buiten de baan is, niet langer in het spel en mag niet worden gespeeld.
  • Dit geldt zelfs als de bal wordt gevonden op de baan voor het einde van de 3 minuten zoekperiode (zie Regel 6.3b).

Maar de speler mag deze mogelijkheid niet gebruiken voor de bal als:

  • Bekend of praktisch zeker is dat de bal tot stilstand is gekomen in een hindernis, of
  • De speler een provisionele bal heeft gespeeld met straf van slag en afstand (zie Regel 18.3).

Een speler mag deze ontwijkmogelijkheid wel gebruiken voor een provisionele bal die niet is gevonden of waarvan bekend of praktisch zeker is dat deze buiten de baan is.

7.   Erosiesleuven in bunkers
Diepe voren en sleuven in bunkers die zijn ontstaan als gevolg van hevige regenval (erosie) mogen worden aangemerkt als abnormale baanomstandigheid en worden ontweken volgens Regel 16.1c.

8.   Sproeikoppen bij de green (vast obstakel)
Sproeikoppen naast de green en binnen 2 clublengten van de bal zijn vaste obstakels en mogen ontweken worden volgens Regel 16.
Uitzondering: Er mag volgens deze regel niet worden ontweken als de speler een speellijn kiest die duidelijk onredelijk is.

9.   Andere bal slaan bij hole 6, hole 12 en hole 15
Slechts indien een speler niet weet of zijn bal verloren is gegaan of in de hindernis ligt van hole 6, hole 12 en hole 15, mag de speler ‘provisioneel’ een andere bal spelen met toepassing van Regel 17.1d. Alleen als de oorspronkelijke bal binnen drie minuten zoektijd binnen de hindernis wordt gevonden, heeft de speler de keuze om of met de oorspronkelijke of met de andere bal verder te spelen.

10.   Verplichte dropping-zone hole 10
Als de bal de grens van de hindernis rondom de green van hole 10 heeft gekruist én zeker of praktisch zeker in de hindernis rondom de green ligt of daarin verloren is gegaan, dan mag de speler:

  • de hindernis ontwijken met slag en afstand volgens Regel 17.1d(1), met bijtelling van een strafslag, of
  • met bijtelling van een strafslag, de oorspronkelijke bal of een andere bal droppen (zie Regel 14.3) in de dropping-zone achter de green van hole 10 links naast het pad richting hole 11.

De speler mag de belemmering NIET ontwijken volgens Regel 17.1d(2) of Regel 17.1d(3).

11.   Verplichte dropping-zone hole 18
Als de bal de grens van de hindernis rondom de green van hole 18 heeft gekruist én waarschijnlijk in de hindernis aan de achterkant of zijkant van de green ligt of daarin verloren is gegaan, dan mag de speler:

  • de hindernis ontwijken met slag en afstand volgens Regel 17.1d(1), of
  • met bijtelling van een strafslag, een andere bal droppen (zie Regel 14.3) in de dropping-zone aangegeven lopende richting de green van hole 18.

Indien de oorspronkelijke bal binnen drie minuten zoektijd alsnog wordt gevonden dan is de speler verplicht deze oorspronkelijke bal te spelen. De speler mag de belemmering NIET ontwijken volgens Regel 17.1d(2) of Regel 17.1d(3).

Overtreding van de Plaatselijke Regels
Bij overtreding van deze Plaatselijke Regels geldt de Algemene Straf (Regel 1.3):

In Matchplay: Verlies van de hole
In Strokeplay: Twee strafslagen