Voorbeeld hole 16
ln dit voorbeeld nemen we de hindernis aan de linkerkant van de fairway ca 100 meter vóór de green van hole 16. Door overvloedige regenval is deze hindernis overstroomd. Jouw bal is in dit overstroomde gedeelte terecht gekomen.

Hoe nu te handelen?
De vraag die velen zich stellen is of dit water onderdeel is van de hindernis en zo ja, dus de hindernis regel (regel 17) moet worden toegepast. Deze veronderstelling is echter onjuist. De R&A-golfregels zijn duidelijk. De definitie van tijdelijk water is immers: “Elke tijdelijke concentratie van water op de grond (zoals regen- of beregeningsplassen of plassen als gevolg van het overlopen van een waterpartij) die
- zich buiten een hindernis bevindt en
- zichtbaar is voor of nadat de speler een stand inneemt (zonder daarbij overdreven met zijn voeten druk uit te oefenen op de grond).”
Nu we weten dat de bal in tijdelijk water ligt, is het de vraag welke golfregel geldt. Tijdelijk water is per definitie een abnormale baanomstandigheid. Deze abnormale baanomstandigheden mogen volgens regel 16 zonder straf worden ontweken.
Voorbeeld hole 4
De situatie bij hole 4 en met name de positie van de rode palen, vraagt om een aanvulling op die uitleg.

Bij het bepalen of je bal in tijdelijk water ligt, zijn sommigen geneigd om een rechte lijn tussen de rode palen te trekken en alle water dat daarbuiten ligt als tijdelijk water te bestempelen.
Natuurlijke grens volgen
De golfregels zeggen echter dat als de Commissie verzuimd heeft voldoende palen te zetten de “natuurlijke grens van de hindernis” geldt. We hebben dat met een rode lijn aangegeven. Stel dat er zoveel water staat dat de blauwe lijn de waterlijn aangeeft, dan is het gebied tussen de rode en blauwe lijn tijdelijk water (zonder straf te ontwijken met R16).
|